WETGEVING
VOERTUIGKENNIS
Verkeerstekens en aanwijzingen
Gebruik van de weg
Voorrang en voor laten gaan
Bijzondere wegen, weggedeelten, weggebruikers en manoeuvres
Veilig rijden met het voertuig en reageren in noodsituaties
Verantwoorde verkeersdeelname en milieubewust rijden
Gevaarherkenning
Proefexamens

Verlichting tijdens mist

Als door sneeuwval of mist (dus niet bij regen) het zicht minder is dan 50 meter mag je het mistachterlicht aan doen. Dit mag zowel binnen als buiten de bebouwde kom.

Zodra het mistachterlicht brandt moet er op het dashboard een controlelampje branden. Dit omdat veel mensen vergeten het mistachterlicht uit te doen als deze niet meer nodig is.

De meeste auto’s hebben 1 mistachterlicht en wel aan de linkerkant. Dit omdat het gebruik van 1 mistachterlicht niet de indruk wekt dat je aan het remmen bent, wat met twee mistachterlichten wel het geval is.

Bij regen mag je geen mistachterlicht aan hebben omdat de reflectie op het wegdek heel hinderlijk is.

Mistlicht aan de voorzijde van de auto mag branden als het zicht door regen, sneeuwval of mist ernstig wordt belemmerd. Er is sprake van ernstig belemmeren als het zicht minder is dan 200 meter. De combinatie grootlicht en mistlicht is niet aan te bevelen omdat het grote licht terugkaatst van de mist. Als je dan toch verlichting wil voeren doe dan stads of dimlicht aan.

Mistlampen schijnen als het ware onder de mist door. Gewone koplampen schijnen tegen de mist aan, waardoor het licht terug gekaatst wordt.

Het rijden in dichte mist is niet alleen vervelend, maar ook zeer gevaarlijk. Als er ongevallen gebeuren in de mist zijn dit vaak ongevallen waar veel voertuigen bij betrokken zijn. Veel bestuurders rijden te hard in de mist.
Zodra er sprake is van mist moet je de snelheid gelijkmatig verlagen en de afstand tot je voorganger vergroten.