WETGEVING
VOERTUIGKENNIS
Verkeerstekens en aanwijzingen
Gebruik van de weg
Voorrang en voor laten gaan
Bijzondere wegen, weggedeelten, weggebruikers en manoeuvres
Veilig rijden met het voertuig en reageren in noodsituaties
Verantwoorde verkeersdeelname en milieubewust rijden
Gevaarherkenning
Proefexamens

Overige lichten

Tegelijk met dim- of mistlicht mag een auto ook de volgende verlichting voeren:

  • Bermlicht
  • Richtlicht
  • Markeringslichten
  • Hoeklichten

Een bermlicht is een lamp aan de rechter voorzijde van de auto die op de berm gericht is.

Een richtlicht is een lamp die op het dak van de auto bevestigd is die je kunt gebruiken om bepaalde punten op te lichten. Strandjutters gebruiken deze lampen vaak om de waterlijn te verlichten om aangespoeld wrakhout en dergelijke te vinden.

Markeringslichten zijn die kleinen lampjes op de zijkant van sommige auto’s, deze geven de breedte van de auto aan.

Een hoeklicht is een licht dat wordt gebruikt voor aanvullende verlichting van het deel van de weg dat zich bij de voorhoek van het voertuig bevindt, aan de kant waarnaar het voertuig gaat draaien.
Hoeklichten zijn ontwikkeld om een ernstige tekortkoming bij xenonlampen enigszins te ondervangen. De licht-donker scheiding bij een xenonlamp is dusdanig sterk dat bij het nemen van een bocht de bestuurder als hij de bocht inkijkt (wat gebruikelijk is) alleen een donker gat waarneemt. Hij kan met xenonlicht dan niet (voldoende) zien wat zich in de bocht bevindt, vandaar.

Hoeklichten moeten zodanig zijn aangesloten dat zij alleen kunnen worden geactiveerd als de grote lichten of de dimlichten tegelijk worden ingeschakeld.
Hoeklichten mogen niet worden geactiveerd bij snelheden boven 40 km/h.