WETGEVING
VOERTUIGKENNIS
Verkeerstekens en aanwijzingen
Gebruik van de weg
Voorrang en voor laten gaan
Bijzondere wegen, weggedeelten, weggebruikers en manoeuvres
Veilig rijden met het voertuig en reageren in noodsituaties
Verantwoorde verkeersdeelname en milieubewust rijden
Gevaarherkenning
Proefexamens

Dagrijverlichting

Dagrijverlichting (DRL, ‘daytime running lights’) is verplicht op auto’s die hun typegoedkeuring na januari 2011 hebben gekregen, en daarna dus nieuw op de markt zijn verschenen. De verplichting geldt niet voor auto’s waarvan het model al langer op de markt is.

Dagrijverlichting moet een naderende auto overdag beter zichtbaar maken. Bij auto’s die na 30 januari 2015 hun typegoedkeuring hebben gekregen, moeten tegenwoordig de achterlichten tegelijkertijd met de dagrijlichten branden. Bij slecht zicht en in tunnels dien je overdag dimlicht te voeren. DRL staat automatisch aan wanneer de motor loopt. Wordt de verlichting aangezet, dan gaat het dagrijlicht automatisch uit.

Om niet te veel stroom te verbruiken, zijn DRL’s vaak vormgegeven als energiezuinige LED’s. Autofabrikanten gebruiken het DRL geregeld om de voorzijde van de auto te verfraaien. Wettelijk gezien mogen DRL’s alleen wit licht uitstralen. Bovendien moeten ze aan staan bij een lopende motor en automatisch uitgaan (of overgaan in stadslicht) wanneer de normale verlichting wordt ingeschakeld. Aan het dashboard van de auto is niet te zien dat de DRL’s aan staan.