Als je een gelijkwaardig kruispunt nadert moet je rekening houden met bestuurders aan wie je voorrang moet verlenen. Pas je snelheid daarom tijdig aan zodat je genoeg tijd hebt om te reageren op situaties die zich op het kruispunt voordoen. Als je bijvoorbeeld met hoge snelheid aan komt rijden en pas op het laatste moment hard moet remmen voor een bestuurder die van rechts komt, ben je niet echt bezig met het verlenen van voorrang.
Moet je stoppen doe dit dan op zo een manier dat je niet stil komt te staan op het kruispunt of op oversteekplaatsen. Met andere woorden: je moet het verkeer op het kruispunt dat jij nadert niet blokkeren, dus je moet een kruispunt pas oversteken op het moment dat je helemaal door kunt rijden of dat het voor jou mogelijk is je tussen de kruisende verkeersstromen op te stellen, zonder daarbij het kruispunt te blokkeren.
In de situatie hiernaast moet de bromfiets (A) auto’s B en C voor laten gaan en hij blokkeert nu de vrije doorgang van bromfiets (D). De bestuurder van de bromfiets moest dan ook voor het kruispunt stoppen.
Bromfiets (A) heeft hier niet de gelegenheid zich tussen de kruisende verkeersstromen op te stellen. Hij is duidelijk te ver het kruispunt opgereden en blokkeert hierbij de vrije doorgang van de gele auto’s.
Ook hier moest de bestuurder van de bromfiets voor het kruispunt stoppen.