Afstand houden

Artikel 19.
De bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is.

Uit bovenstaande blijkt dat je voldoende afstand moet houden van je voorligger. Wat is echter voldoende? Dit is in iedere situatie verschillend. Door de overheid, verzekeraars en het CBR wordt aangeraden om twee seconde afstand te houden.
Deze twee-seconderegel bestaat uit drie stappen:

 

  • Zoek een vast punt langs de weg
  • Begin met tellen als uw voorligger dit vaste punt passeert
  • Passeer dit punt minstens twee seconden later.

Door twee seconde afstand te houden heb je wel een minimale afstand. Tijdens slechte weersomstandigheden, zoals een laagstaande zon, mist, regen en sneeuwval zul je nog meer afstand moeten houden. Ook bij het volgen van auto’s met caravan, vrachtauto’s en autobussen zul je meer afstand moeten houden omdat je de weg voor je niet of niet goed kan overzien. Het houden van voldoende afstand kan tientallen verkeersdoden en duizenden ziekenhuisopnames per jaar besparen en een nog groter aantal verkeersongevallen voorkomen. Ongeveer 40 procent van de verkeersongevallen bestaat uit kop-staartbotsingen. In 90 procent van die gevallen had dit door het houden van meer afstand voorkomen kunnen worden.