Categorie A – Snelheid

a01 50Bord A1 – Maximumsnelheid

Je mag hier niet sneller rijden dan op het bord is aangegeven. In dit geval niet sneller dan 50 kilometer per uur. Dit bord tref je vaak aan op plaatsen waar het niet duidelijk is hoe snel je mag rijden of waar de situatie afwijkend is van de standaard snelheden.

Bij wegwerkzaamheden binnen de bebouwde kom wordt vaak het bord geplaatst met een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur. De snelheid op deze borden geldt dan tot de volgende zijweg.

Het komt regelmatig voor dat men deze borden vergeet te verwijderen nadat de werkzaamheden klaar zijn. Toch blijft de lagere maximumsnelheid dan van kracht.
Overigens gelden er hogere boetes als je de maximumsnelheid overschrijdt bij wegwerkzaamheden. Of er feitelijk wegwerkzaamheden zijn is voor de verhoging van de boete niet relevant. Voldoende voor de verhoging is het als het bord J16, werk in uitvoering, is geplaatst.

Door middel van een onderbord kan dit bord worden gebruikt voor een bepaalde categorie voertuigen, bijvoorbeeld vrachtauto’s boven een bepaald gewicht.

Zodra de maximumsnelheid wordt verlaagd, moet je de snelheid al verlagen zodra je het bord ziet.
Vaak verlagen bestuurders hun snelheid pas na het verkeersbord.

Let op inhalende tegenliggers.

Hou meer afstand dan normaal als er een lagere maximumsnelheid gaat gelden. Bestuurders die voor je rijden, kunnen plotseling afremmen. Dit geldt vooral bij wegwerkzaamheden.

Ter hoogte van kruispunten met verkeerslichten wordt op autowegen een maximumsnelheid van 70 kilometer per uur aangegeven met dit bord.

Het bord wordt vaak niet geplaatst aan het begin van de bebouwde kom. Volstaan kan worden met het plaatsen van het bord H1 (bebouwde kom), omdat de maximumsnelheid van 50 kilometer per uur al volgt uit de algemene gedragsregel met betrekking tot de snelheidslimiet binnen de bebouwde kom.

Een verlaging van een maximumsnelheid is geldig voor een wegvak. Dit betekent dat na een zijweg de verlaging van een maximumsnelheid ophoudt.

a2

Bord A2  Einde maximumsnelheid

Vanaf dit bord wordt deze maximumsnelheid opgeheven. Nu zijn de standaard snelheden weer van toepassing. Let vooral goed op overig verkeer dat ter plaatse bekend is en meteen sneller wil gaan rijden of inhalen bij of al voor dit bord.

Dit bord wordt niet toegepast bij overgang naar een andere maximum snelheid. Bijvoorbeeld als je een erf oprijdt of door een bord A1 met een andere maximumsnelheid, of aan het einde van een wegvak waar het bord A1 niet meer geldig is.

a3

Bord A3 – Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord

Dit bord heeft dezelfde betekenis als bord A1 (maximumsnelheid). Er mag dus niet sneller gereden worden dan op het bord is aangegeven. In dit geval dus niet sneller dan 70 kilometer per uur.
Vroeger was de betekenis een adviessnelheid en veel oudere mensen denken nog steeds dat dit zo is. Houd hier dus rekening mee.

De laagste snelheid die op het elektronisch signaleringsbord wordt aangegeven is 50 km/h.
Als voor de eerste keer een lagere snelheid wordt aangegeven dan knipperen in de 4 hoeken van het bord gele waarschuwingslampen.

Bord A3 geldt alleen voor de rijstrook waarboven het is aangegeven.
Er kan verschil in maximumsnelheid tussen verschillende rijstroken bestaan.

Het bord is niet bedoeld voor permanent gebruik, maar slechts voor tijdelijk gebruik. Het wordt toegepast bij file(gevaar), bruggen en tunnels.

a4

Bord A4  Adviessnelheid

Dit bord wordt geplaatst waar de overheid het verstandiger vindt dat er wat langzamer gereden word. Dat is meestal bij gevaarlijke bochten en andere gevaarlijke situaties.

Let hierbij wel op het feit dat het een adviessnelheid is, je mag wel sneller rijden dan wordt geadviseerd, maar denk er wel aan dat deze borden er niet voor niets staan.
Nu kun je jezelf dan ook afvragen waarom plaatst de overheid dan deze borden. Als het niet veilig gevonden wordt om hier sneller te rijden dan kunnen ze ook gewoon een bord met een maximum snelheid neerzetten. Vroeger deed men dat ook, de overheid had regels en daar moest je je gewoon aan houden. Tegenwoordig willen ze een gedeelte van de verantwoordelijkheid bij de bestuurders zelf neerleggen.

Bestuurders die ter plaatse goed bekend zijn, rijden hier vaak veel sneller dan geadviseerd wordt.
Bestuurders van vrachtauto’s en autobussen rijden hier vaak nog langzamer dan de geadviseerde snelheid.
Er kunnen grote verschillen zijn in de door de verschillende bestuurders gereden snelheid.

Hou ook achterliggers goed in de gaten. Gehaaste, plaatselijk bekende bestuurders willen nog wel eens inhalen.
Dit bord wordt slechts toegepast als de adviessnelheid minstens 20 kilometer per uur lager ligt dan de toegestane maximumsnelheid.

Toepassing heeft plaats indien uit het oogpunt van de bestuurder niet duidelijk en overzienbaar is dat het beter is snelheid te minderen.

Indien mogelijk wordt het bord gecombineerd met een bord dat de aard van het gevaar aanduidt.
Dit is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld bij negatieve wegverkanting.

a5

Bord A5 Einde adviessnelheid

Na dit bord wordt het weer veilig geacht je snelheid te verhogen tot de normale, voor het bord adviessnelheid, geldende maximumsnelheid.

Dit bord wordt niet toegepast na passeren van een gevarenpunt aangeduid met bord A4 en een bord dat de aard van het gevaar aangeeft.

A1 zone 30

Bord zone 30

Als je een 30 kilometer zone inrijdt, mag je de gehele zone niet sneller rijden dan 30 kilometer per uur. Totdat je het bord met einde dertig kilometer zone bent gepasseerd mag je niet sneller rijden dan dertig kilometer per uur.

Een 30 kilometer zone kun je tegenkomen binnen en buiten de bebouwde kom.
Parkeerplaatsen langs autosnelwegen zijn meestal ingericht als 30 kilometer zones. Een fietsstraat buiten de bebouwde kom is ook zo goed als altijd ingericht als een 30 kilometer zone.

In zo een zone zijn geen afwijkende voorrangs- en parkeerregels. In zo een zone zijn vaak snelheidsremmende maatregelen getroffen zoals verkeersdrempels, bloembakken, versprongen weggedeeltes en andere obstakels.
Er worden van dit soort gebieden vaak 30 kilometer zones gemaakt om sluipverkeer tegen te gaan.
Zowel binnen als buiten de bebouwde kom kun je 30 kilometer zones tegenkomen.

In een 30 kilometer zone moet je onder andere rekening houden met:

  • Spelende kinderen
  • Plotseling op de rijbaan komende kinderen.
  • Schoolgaande jeugd. Zij kunnen zich te voet, per fiets, snorfiets en bromfiets verplaatsen.
  • Extra attent zijn tijdens de begin- en eindtijden van de school.
  • Rekening houden met moeders die hun kroost met de auto brengen en komen halen.
  • Alle soorten leeftijdscategorieën, van jong tot bejaard.
  • Parkerende en uit parkeerstand wegrijdende voertuigen.
  • Plotseling openslaande portieren.
  • Bevoorradingsvoertuigen en de bestuurders hiervan.
  • Winkelend publiek.

Uitgangspunt is dat binnen een 30 kilometer zone alle wegen gelijkwaardig zijn. Het regelen van de voorrang is slechts beperkt mogelijk. Het is toegestaan bij kruispunten met:

  • solitaire busbanen;
  • solitaire fietspaden en solitaire fiets-/bromfietspaden;
  • hoofdfietsroutes die duidelijk herkenbaar zijn en waarop slechts beperkt gemotoriseerd verkeer wordt toegelaten.

Bij het besluit tot regeling van de voorrang moet extra aandacht besteed zijn aan snelheidsbeperking en/of attentieverhoging.

Zo is ook het aanleggen van “zebrapaden” beperkt toegestaan. Deze kunnen bijvoorbeeld wel aangelegd zijn als daar scholen of verzorgingstehuizen in de buurt zijn. Oversteekplaatsen worden dan vaak op een verhoging aangelegd.

a02-einde-zone-30

Bord Einde zone maximumsnelheid 30 km/u

Na dit bord mag je weer de ter plaatse geldende maximumsnelheid rijden.
Als je een zone 30 verlaat hoef je niet altijd voorrang te verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Moet je dit wel staan er verkeersborden of is er een in- en uitritcontructie aangelegd.

De overgangen naar een andere maximumsnelheid zijn door de constructie soms duidelijk herkenbaar. Vaak is er echter geen duidelijk verschil van weg en omgeving merkbaar.
Het is niet altijd zo dat het einde van een 30 kilometer zone gelijk ligt aan een kruispunt.
Als dit wel het geval is, dan is de voorrang geregeld door middel van verkeersborden of een in- en uitritconstructie, tenzij de kruisende weg geschikt is om in het betrokken gebied opgenomen te worden.

A1 zone 60

Zone maximumsnelheid 60 km/u

Op wegen buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. Vaak is deze snelheid nog te hoog, omdat er ook voetgangers en fietsers op deze wegen komen. Er wordt dan voor gekozen om deze wegen in 60 kilometer zones te veranderen. In deze zones geldt een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur. Deze maximumsnelheid geldt tot je het bord einde 60 kilometer per uur zone passeert.
Over het algemeen rij je in zo een zone op een eenbaansweg. Vaak zijn er drempels aangelegd waar je ook met 60 kilometer per uur overheen kunt rijden.
De wegen worden optisch smaller gemaakt door de aanleg van fiets- of suggestiestroken.
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat in deze zones minder ongevallen gebeuren. Tevens wordt er minder snel gereden, zelfs zonder snelheidscontroles.

einde zone 60

Einde zone maximumsnelheid 60 km/u

Hier houdt de 60 kilometer zone op. De bebouwing houd vaak op en er mag meestal weer 80 gereden worden.
Het kan ook zo zijn dat je de bebouwde kom in rijdt en dus niet sneller mag rijden dan 50 kilometer per uur.