Kruispunten

Er zijn meerdere soorten kruispunten. Hier volgen er een aantal:

  • Gevaarlijke kruispunten
  • Gelijkwaardige kruispunten
  • Voorrangs kruispunten
  • Kruispunten geregeld door verkeerslichten
  • Kuispunten waar je voorrang hoort te krijgen
  • Kruispunten met middenberm
  • In- uitritten

Het eerste wat je te doen staat is het herkennen van een kruispunt. Probeer zo vroeg mogelijk een kruispunt te ontdekken. Vooral de smalle zijstraatjes. Hoe kun je op grote afstand zien dat je een kruispunt nadert?

  • Onderbreking in de huizenrij
  • Bomen
  • Lantaarnpalen, verlichting
  • Vluchtheuvels
  • Kruisend verkeer
  • Verkeersborden
  • Straatnaamborden
  • Bewegwijzeringstrepen
  • Huizen in de zijstraat

Nu je weet dat je een kruispunt nadert, ga je op de volgende zaken die van belang zijn, letten:

  • Wat voor een kruispunt nader je: gevaarlijk, gelijkwaardig of voorrangskruispunt. Is het een uitrit of wordt het kruispunt geregeld door verkeerslichten.
  • Is het een overzichtelijk kruispunt
  • Zijn er voetgangersoversteekplaatsen, voor en/of na het kruispunt
  • Zijn er fiets / bromfiets oversteekplaatsen, voor en/of na het kruispunt
  • Is er ruimte om je tussen de kruisende verkeersstromen op te stellen
  • Nadert er verkeer op het kruispunt
  • Kijk zo vroeg mogelijk de zijstraten in. Hierdoor ben je eerder en staat om te reageren.

Uit de informatie die je nu verzameld hebt kun je beslissen wat je moet doen. Dit kan van alles zijn, zoals:

  • Gas loslaten
  • Terugschakelen
  • Bijremmen
  • Stoppen
  • Voorrang verlenen
  • Snelheid verhogen

Op ieder kruispunt zijn er situaties waar iedere motorrijder uiterst voorzichtig mee moet omgaan. Dit zijn:

  • Op een kruispunt komt een auto je tegemoet die linksaf wil slaan. Jij wilt rechtdoor. Pas je snelheid aan. Regelmatig komt het voor dat de auto gewoon doorrijdt. Omdat hij je niet gezien heeft of omdat je snelheid te laag word ingeschat.
  • Naast je rijdt een (vracht)auto die gaat afslaan. Jij wilt rechtdoor. Het overige verkeer zal je niet of te laat opmerken. Een afdekongeval kan het gevolg zijn
  • Kijk niet alleen naar rechts. Bij veel ongevallen op kruispunten tussen auto’s en motorrijders kwam de auto van links
  • Zorg dat je snelheid zo aangepast is dat je ten allen tijde tijdig tot stilstand kunt komen als dat nodig is.

De bijzonderheden van de diverse kruispunten

Gevaarlijk kruispunt:

  • Let op achter je rijdend verkeer
  • Bord staat niet voor niets geplaatst
  • Kijk tijdig links en rechts de straat in
  • Snelheid aanpassen aan het uitzicht
  • Pas eventueel je positie aan; meer links rijden

Gelijkwaardig kruispunt

  • Kijk tijdig naar het achter je rijdend verkeer
  • Snelheid aanpassen aan het uitzicht
  • Kijk tijdig links en rechts de straat in
  • Pas eventueel je positie aan; meer naar links rijden

Voorrangskruispunt

  • Kijk tijdig naar het achter je rijdend verkeer
  • Let op (brom) fietsers van links en rechts
  • Vooral als na het kruispunt een (brom) fietspad ligt op rechts en links letten
  • Als je moet stoppen om voorrang te verlenen, niet op een VOP of een FOP staan
  • Niet te dicht bij de kruisende weg stilstaan
  • Op de kruisende weg wordt vaal te snel gereden
  • Is er een stopbord geplaatst. Altijd eerst helemaal stilstaan, dan weer doorrijden. Soms staan er voor de FOP en dan voor de kruisende weg stopborden. Dus 2 borden binnen 5 a10 meter. Bedenk dan dat stoppen voor het tweede bord zeer gevaarlijk kan zijn. Goed op het achter je rijdend verkeer letten

Kruispunt geregeld door verkeerslichten

  • Als het licht op groen staat , in de spiegels kijken om het achter je rijdend verkeer te bekijken. Mocht het licht op oranje springen, dan weet je al of je veilig kunt stoppen.
  • Vertrek je als eerste bij het groene licht, let dan extra goed op links en rechts. Soms komt er nog iemand met hoge snelheid door rood gereden.
  • Verhoog je snelheid niet als het licht op groen staat
  • Altijd links en rechts kijken
  • Extra aandacht besteden aan tegemoetkomend verkeer dat links af wil en jou mogelijk over het hoofd ziet
  • Staat er een pijl in het verkeerslicht, dan staan de lichten van het verkeer dat je moet kruisen op rood. Verwacht altijd dat er iemand doorrijdt of doorloopt.

Kruispunten waar je voorrang hoort te krijgen

  • Rij niet te snel als je op een voorrangsweg rijdt en een kruispunt nadert
  • Vaak zijn deze kruispunten goed te overzien. Kijk dan zo vroeg mogelijk links en rechts
  • Is het er druk, pas je snelheid dan aan.
  • Ga er niet van uit dat je altijd voorrang krijgt.

De afbuigende voorrangsweg

  • Vooral als de weg naar links buigt ontstaan hier gevaarlijke situaties. Verkeer wat rechtdoor gaat vergeet nogal eens voorrang te verlenen
  • Blijf dit verkeer in de gaten houden.

Uitritten

  • Verlaat je zelf een uitrit, dan moet je iedereen voor laten gaan. Iedereen betekent ook voetgangers.