Praktijkexamen verkeersdeelneming

Uiteraard ga je niet eerder praktijkexamen doen dan dat je er helemaal klaar voor bent.
Neem altijd de dag van het examen een rijles. Niet om snel nog wat te leren, maar als warming-up.
Zorg dat je kleding in orde is. Je zal heus niet zakken als je in een spijkerbroek komt aanzetten. Maar bedenk wel dat je maar 1 kans krijgt op een eerste indruk, dus laat dit een goede indruk zijn.
Een motorrijder met motorlaarzen, motorbroek, motorbroek, goede helm en handschoenen wordt nu eenmaal serieuzer genomen dan een motorrijder in een spijkerbroek. Althans wel door mij en met mij ook door vele examinatoren.

Hoe gaat het examen nu in zijn werk? Om je een indruk te geven volgt hier een weergave van het begin tot en met het einde van het examen.

  • Allereerst begin je met voorstellen en overhandig je een geldig legitimatiebewijs.
  • Daarna legt de examinator uit wat er van je verwacht wordt en hoe het examen in zijn werk gaat.
  • Tijdens de rit rijdt de examinator in een auto achter je aan. Je instructeur zit naast hem en geeft jou ook de opdrachten door. Dat er een auto achter je aan rijdt is natuurlijk wel wat vreemd en hier moet je even aan wennen. Tijdens de lessen reed er natuurlijk een motorfiets achter je aan, want een beetje instructeur volgt op de motorfiets, of hij moet dit niet kunnen.
  • Je moet gebruik maken van de voordelen van de motorfiets, maar daarbij nooit de nadelen uit het oog verliezen.
    Voordelen zijn: “snel – wendbaar – smal – acceleratievermogen”
    Nadelen zijn: “kwetsbaar – slecht zichtbaar”
  • Tijdens de rit kun je de opdracht krijgen om ergens te stoppen. Je krijgt geen opdracht om weer weg te rijden. Dit moet je zelfstandig bepalen.Je kiest natuurlijk een ruime plaats om te stoppen en gaat daarbij niet vlak achter een geparkeerd voertuig stoppen. Als de examinator achter je staat, kijk je goed in de spiegels en de dode hoek. Wanneer er geen verkeer aankomt geef je richting aan en rijdt weer weg. Denk aan de nacontrole!
  • Opdrachten krijg je van de instructeur. Heb je een opdracht begrepen, knik je even “ja”. Is een opdracht niet geheel duidelijk tik je met je linkerhand tegen je helm.
  • Rij je eigen rit en houd absoluut geen rekening met de auto achter je. Als jij ergens langs kan rijden of inhalen en de auto niet, ga je niet twijfelen maar rijd je gewoon door. Dit zal je toch ook doen als je je rijbewijs hebt! Wordt de afstand tussen jou en de auto te groot krijg je vanzelf de opdracht om even te wachten. Tot die tijd rij je gewoon door.
  • Na de uitleg van de examinator ga je naar buiten en doe je eerst de ogentest. Je moet dan het kenteken van een auto oplezen die op ongeveer 25 meter afstand geparkeerd staat.
  • Daarna loop je naar de motorfiets en controleer je als eerste de verlichting en de claxon.
  • Hierna volgt de voertuigcontrole (VORKBAD). Je hoeft uiteraard geen motormonteur te zijn, maar je krijgt een aantal vragen die jij uiteraard weet te beantwoorden.
  • Vervolgens kleed je je goed aan. Denk aan je oortje en controleer of je helm goed vastzit.
  • Nu gaat de rit beginnen en bij de meeste mensen gaan de ergste zenuwen al vrij snel weg. Overigens is iedereen een beetje gespannen voor het examen, maar neem van mij aan dat dit echt niet nodig is. Maar dit is menselijk en heeft meestal geen invloed op het motorrijden zelf.
  • Ben je geslaagd dan krijg je niets mee. De gegevens worden automatisch naar de burgerlijke stand gestuurd. Daarna moet je langs het gemeentehuis. Je neemt dan het rijvaardigheidsbewijs, eventueel je oude rijbewijs, 2 pasfoto’s en + 50 euro mee. Je kunt dan het felbegeerde motorrijbewijs na plusminus 5 dagen ophalen en het echte genieten kan beginnen.
  • Heb je je eerste motorfiets gekocht, schroom dan niet om even bij je rijschool langs te rijden. Neem eventueel een les om je nieuwe aanwinst beter te leren kennen. Ik heb zelf een paar jaar autorijles gegeven en bijna nooit kwam een geslaagde leerling zijn auto laten zien. Ik heb ruim 20 jaar motorrijles gegeven en bijna iedereen kwam trots zijn motorfiets laten zien. Vele blijven regelmatig terug komen voor een kopje koffie. Een apart volk is het wel, de echte motorrijders. Gelukkig wel.
    En denk er aan: blijven zwaaien naar de motorrijders.