Zithouding

Als je de juiste zithouding op de motorfiets hebt, benut je de volgende voordelen:

  • Je hebt zoveel mogelijk raakvlakken met de motorfiets.
  • Je kunt de motorfiets vanuit je heupen en met je knieën besturen.
  • Je kunt alle handels en pedalen gemakkelijk bereiken.
  • Je raakt minder snel vermoeid.
  • Je voelt de motorfiets beter aan.

Als je op de motorfiets zit moeten beide voeten tegelijk de grond kunnen raken.
Knieën en bovenbenen zo strak mogelijk tegen de tank aandrukken.
Onderbenen zo strak mogelijk tegen de motorfiets.
Je voeten horizontaal en naar voren gericht. Daarbij rusten je voeten niet op de rem of schakelpedaal, maar daarnaast. Ook niet met je tenen op de voetsteun rusten.
Bij het wegrijden en bij de bijzondere verrichtingen die in de eerste versnelling gedaan worden mag je voet op het schakelpedaal blijven rusten.
Rij je met je tenen naar beneden gericht dan loop je een risico op ernstig letsel als je voet iets raakt wat op het wegdek ligt.
Je armen moeten licht gebogen zijn en in een rechte lijn zijn met je handen.
Met beide handen hou je het stuur vast (de handgrepen).
Niet met je vingers de rem en/of de koppelingshendel vasthouden.
Wel moet je in staat zijn om in een beweging de rem en/of koppelingshendel te bedienen.
Rij niet met gestrekte armen of met je ellebogen naar buiten gericht.
Knijp niet in het stuur, maar hou het stuur ontspannen vast.
Je rug is gestrekt (recht) en niet gebogen of doorgezakt. Als je met een hogere snelheid over drempels rijdt ga dan op de voetsteunen staan, met je billen van het zadel. De motorfiets vangt dan de schokken op en niet je (onder)rug.
Hou je hoofd recht en kijk ver voor je uit. Door ver vooruit te kijken rij je onder andere stabieler en meer rechte lijnen.