B01
B03
B04
B05
In deze situatie mag de blauwe auto het eerst. De blauwe auto rijdt op de afbuigende voorrangsweg en deze blijft hij ook volgen. De gele auto nadert een voorrangsweg en moet het verkeer op de afbuigende voorrangsweg voor laten gaan.
Beide auto’s naderen hier een afbuigende voorrangsweg. Omdat ze beide een voorrangsweg naderen is het als het ware een gelijkwaardig kruispunt tussen beide bestuurders. Omdat de gele auto van rechts komt, moet de blauwe auto de gele auto voor laten gaan.
De fietser rijdt op de afbuigende voorrangsweg en de blauwe auto en de voetganger moeten de fietser voor laten gaan.