Naderen van kruispunten

Als je een kruispunt nadert moet je weten wat voor een kruispunt het is. Je moet dus goed opletten en met de volgende zaken rekening houden:

  • Verkeerslichten;
  • Haaientanden;
  • Verkeersborden die de voorrang regelen;
  • Hoe is het uitzicht op het kruispunt, denk aan bomen, geparkeerde auto’s, enzovoort;
  • Nader je een verharde of een onverharde weg?
  • Zijn er voetgangersoversteekplaatsen?
  • Zijn er vrijliggende fiets-/bromfietspaden? Denk er aan dat fietsers en bromfietsers van links en van rechts kunnen komen, of ze dat nu wel of niet mogen.

Als je een gelijkwaardig kruispunt nadert, moet je de snelheid aanpassen aan de verkeersdrukte en het overzicht op het kruispunt. Komt er dan een bestuurder van rechts, dan hoef je geen noodstop te maken om deze voorrang te verlenen.

Als je een kruispunt nadert waar je voorrang moet verlenen doe dit dan met zo een snelheid dat de bestuurders op het kruispunt aan jouw snelheid kunnen zien dat jij van plan bent om voorrang te verlenen.

Kijk tijdig of je voorrang moet verlenen of dat je moet stoppen. Als je bij een kruispunt komt waar bord B6 staat hoef je niet te stoppen als er geen bestuurders op de kruisende weg aankomen. Kom je bij een kruispunt waar bord B7 staat moet je altijd eerst stoppen voor je door mag rijden.