Bovenstaand voertuig is wel een motorrijtuig, maar geen motorvoertuig……
De wet en het CBR maken onderscheidt tussen motorvoertuigen en motorrijtuigen. Motorvoertuigen zijn in de definitie van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens alle gemotoriseerde voertuigen, behalve bromfietsen (inclusief snorfietsen), fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen.
In de definitie van Motorrijtuigen komen bromfietsen wel voor: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders, met uitzondering van fietsen met trapondersteuning.
Voorbeelden van motorrijtuigen: auto, motorfiets, bus, trekker, bromfiets, bromscooter, brommobiel en snorfiets.
Treinen, trams en metro’s zijn volgens de Wegenverkeerswet motorvoertuigen noch motorrijtuigen.
Artikel 1c van de Wegenverkeerswet.
Motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders met uitzondering van fietsen met trapondersteuning.