Autosnelweg

autosnelweg 1

De maximumsnelheid op een autosnelweg is 130 kilometer per uur. Uiteraard is de overheid bevoegd om een lagere maximumsnelheid op sommige autosnelwegen of gedeelten van autosnelwegen in te stellen.
Tussen 06.00 en 19.00 is de maximumsnelheid op iedere autosnelweg 100 kilometer per uur.

Het gebruik van een autosnelweg is slechts toegestaan voor motorvoertuigen die ten minste 60 km/h kunnen en mogen rijden.

Het CBR kan ook vragen wat de minimumsnelheid is op een autosnelweg. Je moet dan antwoorden dat er geen minimumsnelheid is op een autosnelweg. Wanneer een brug openstaat of als er een stilstaande file is op een autosnelweg staat iedereen stil en geldt er logischerwijs geen minimumsnelheid.

Bestuurders van een motorvoertuig op meer dan twee wielen, die stilstaan op langs autosnelwegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens moeten bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht stadslicht en achterlicht voeren.

Het is de bestuurders verboden op een autosnelweg hun voertuig te keren of achteruit te rijden.

Het is verboden op de rijbaan van een autosnelweg een voertuig te laten stilstaan.

Behoudens in noodgevallen is het de weggebruikers verboden op een autosnelweg gebruik te maken van de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm.

Op een autosnelweg is het bestuurders van een samenstel van voertuigen met een totale lengte van meer dan 7 meter en van een vrachtauto verboden op een rijbaan met drie of meer rijstroken enig andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken te gebruiken. Het verbod geldt niet voor het geval zij moeten voorsorteren.

Artikel 1 van het RVV.
Autosnelweg: weg, aangeduid door bord G1 van bijlage I; langs autosnelwegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autosnelweg uit.