Een auto moet voorzien zijn van tenminste een geluidssignaalinrichting, die bestaat uit een goed werkende hoorn met vaste toonhoogte. Een samenstel van tegelijk werkende hoorns wordt als een hoorn beschouwd. Meertonige hoorns zijn verboden.
Een geluidssignaal dat in werking treed als de achteruitversnelling is ingeschakeld is toegestaan. Ook is het aanbrengen van een geluidssignaalinrichting die in werking treed bij diefstal of ongeoorloofd gebruik van de auto toegestaan.
Op het dashboard kunnen een aantal controlelampjes aangebracht zijn. Er kunnen lampjes zijn ter controle van: