Een bestuurder van een motorvoertuig die met bepaalde werkzaamheden bezig is mag gele zwaailichten voeren. Als door hun werkzaamheden het overige verkeer in gevaar gebracht kan worden, moeten de gele zwaailichten gevoerd worden. Het gaat om de volgende werkzaamheden:
- Werkzaamheden aan, op of boven de weg
- Strooien tegen gladheid of sneeuwruimen
- Sleep of takelwerkzaamheden
- Repareren van voertuigen(wegenwacht)
- Vervoer van lange of brede lading
- Het rijden met een landbouwvoertuig of kraanwagen over de openbare weg