Kinderzitjes

Deze tekst wordt binnenkort vervangen!

Een kinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens de Europese veiligheidseisen. De nieuwste veiligheidsnorm is ECE-R129, ook wel i-size genoemd.
Of een kinderstoeltje goedgekeurd is, kun je zien aan het keuringslabel.
Op het keuringslabel staat ook de lengte van het kind vermeld waarvoor het kinderzitje geschikt is.

Is een kind langer dan 135 centimeter, dan gebruikt het kind de autogordel. Eventueel in combinatie met een zittingverhoger, of een afzonderlijke gordelgeleider ( gordelclip/gordelklem).

Een baby tot 83 cm én tot minimaal 15 maanden oud moet verplicht achterwaarts vervoerd worden in een babyautostoel.

Een peuter tussen de 60 cm en 105 cm én ouder dan 15 maanden mag voorwaarts vervoerd worden in een peuterautostoel

Het kind gaat op de zittingverhoger zitten, waarna de autogordel word vastgemaakt.
De zittingverhoger zorgt ervoor dat de autogordel over de schouder van het kind gaat en niet langs de hals.
Tevens zorgt de zittingverhoger ervoor dat de autogordel over de heupen van het kind loopt, in plaats van over de buik.
Zittingverhogers zijn te koop met en zonder (afneembare) rugleuning.
Het verstandigste en veiligste is om er één te kopen met (afneembare) rugleuning.
De rugleuning biedt zijdelingse steun als het kind onderweg in slaap valt. Verder biedt de rugleuning iets bescherming bij een aanrijding van opzij.

Isofix

Isofix is een systeem waarmee het stoeltje niet word vastgemaakt met de autogordel, maar aan het chassis van de auto.
De bevestigingspunten aan het stoeltje klik je vast in de speciale haken die in de auto aanwezig zijn.
Dit is een veiligere manier van vastmaken, omdat verkeerd vastmaken word voorkomen.