Om als autobus aangemerkt te worden, moet het een “motorvoertuig” zijn. Een tram is eveneens ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen. Echter, een tram wordt niet als motorvoertuig gezien, omdat deze langs rails wordt voortbewogen, zodoende kan een tram geen autobus zijn.
Binnen de bebouwde kom moeten bestuurders aan bestuurders van een autobus de gelegenheid geven van een bushalte weg te rijden, wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen om weg te rijden kenbaar maakt.
De maximumsnelheid voor een autobus binnen de bebouwde kom is 50 kilometer per uur.
De maximumsnelheid voor een autobus buiten de bebouwde kom is 80 kilometer per uur.
De maximumsnelheid voor een autobus op een autoweg is 80 kilometer per uur.
De maximumsnelheid voor een autobus op een autosnelweg is 80 kilometer per uur.
De maximumsnelheid voor een T-100 autobus op een autoweg, of een autosnelweg is 100 kilometer per uur.
Artikel 1 van het RVV: Autobus: Motorvoertuig, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen.