De maximumsnelheid op een autoweg is 100 kilometer per uur, buiten de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom is de maximumsnelheid op een autoweg 50 kilometer per uur, tenzij anders aangegeven door verkeersborden.
Het gebruik van een autoweg is slechts toegestaan voor motorvoertuigen die ten minste 50km/h kunnen en mogen rijden.
Het CBR kan ook vragen wat de minimumsnelheid is op een autoweg. Je moet dan antwoorden dat er geen minimumsnelheid is op een autoweg. Wanneer een brug openstaat of als er een stilstaande file is op een autoweg staat iedereen stil en geldt er logischerwijs geen minimumsnelheid.
Bestuurders van een motorvoertuig op meer dan twee wielen, die stilstaan op langs autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens moeten bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht stadslicht en achterlicht voeren.
Het is de bestuurders verboden op een autoweg hun voertuig te keren of achteruit te rijden.
Het is verboden op de rijbaan van een autoweg een voertuig te laten stilstaan.
Behoudens in noodgevallen is het de weggebruikers verboden op een autoweg gebruik te maken van de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm.
Artikel 1 van het RVV.
Autoweg: weg, aangeduid door bord G3 van bijlage I; langs autowegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autoweg uit.